Dierenweetjes #1

Geit
Geiten kunnen de accenten van andere geiten overnemen. In de eerste weken na hun geboorte kopiëren ze het geluid van hun moeder, maar daarna zijn ze ook in staat het geluid van andere geiten over te nemen. Hierdoor kunnen regionale accenten onder geiten ontstaan. Het is best logisch dat geiten iets van sociale herkenbaarheid aan hun geluid meegeven, met name voor wilde geiten. Zij leven in groepen die zich soms splitsen. Als er gevaar is dan is het natuurlijk belangrijk om wel achter de juiste groep aan te rennen. Onderscheidend gemekker kan dan helpen.

Octopus
Octopussen en inktvissen hebben ieder maar liefst drie harten. Ze hebben één hoofdhart dat zuurstofrijk bloed door het hele lichaam pompt. De andere twee harten pompen zuurstof van de kieuwen naar het hoofdhart. Octopussen en inktvissen hebben deze twee extra harten nodig door de samenstelling van hun bloed. Dit is namelijk gevuld met koper (bij mensenbloed is dit ijzer). Hierdoor is hun bloed blauw! Zij kunnen extra zuurstof opnemen in een warme omgeving, maar niet in een koude omgeving. De dieren hebben dus wat extra hulp nodig om genoeg zuurstof in hun lichaam te krijgen, vooral wanneer ze op de bodem van de oceaan leven.

Honingbij
Honingbijen kunnen hun vleugels wel 230 keer per seconde laten klapperen. In de tijd dat eens mens met zijn ogen knippert heeft de honingbij al zijn vliegrichting kunnen sturen naar een lekkere bloem. Zelfs als de bij in zijn vlucht van koers verandert, blijft het aantal vleugelslagen per seconde nog hetzelfde.

Rendier
Rendieren en katten hebben de overeenkomst dat hun ogen licht weerkaatsen. Maar waar kattenogen niet van kleur veranderen doen de ogen van een rendier dat wel. In de zomer is de kleur groengeel (sommigen noemen het goudkleurig) maar in de winter, wanneer het donkerder is, verandert dit naar diepblauw. Hiermee wordt hun netvlies gevoeliger voor licht en kunnen ze beter schaduwen, dus ook roofdieren, spotten.

Uil
De ogen van uilen zijn niet draaibaar in oogkassen. Om toch alles te kunnen zien wat er in zijn omgeving gebeurt kan een uil zijn kop maar liefst 270 graden draaien! De ogen van een uil staan niet alleen vast maar ook dicht bij elkaar. Hierdoor kan het dier heel goed diepte zien. Samen met de goed ontwikkelde oren, die juist weer ver uit elkaar staan (zodat ze goed kunnen vaststellen waar een geluid vandaan komt), zijn uilen dan ook bijzonder goede jagers.